Als het over werkwoordspelling gaat, komen al gauw de begrippen stam en ik-vorm ter sprake. Ik merk in trainingen vaak dat lang niet iedereen het verschil tussen stam en ik-vorm kent. Niet zo gek ook, zo vaak heb je ze niet nodig. Maar als je wilt leren om werkwoorden goed te spellen, is het handig om ze goed uit elkaar te houden.
Stam en ik-vorm
Veel mensen denken dat de stam en de ik-vorm van een werkwoord hetzelfde zijn, maar dat is niet zo. De stam is het hele werkwoord zonder de uitgang -en. Om hier de ik-vorm van te maken, zijn er soms aanpassingen nodig in de spelling. Zo worden de v en z aan het eind van de stam een f en s, en verdubbelen we klinkers als we een lange klank zeggen. Enkele voorbeelden:
werkwoord | stam | ik-vorm |
werken | werk | werk |
reizen | reiz | reis |
beloven | belov | beloof |
Basis voor andere vormen
Die ik-vorm is de basis voor veel andere werkwoordsvormen. In de tegenwoordige tijd komt er bij de jij- en hij-vorm een t achter. In de verleden tijd van zwakke werkwoorden zet je de uitgang achter deze ik-vorm en ook bij het schrijven van het voltooid deelwoord gebruik je hem. Bij de zwakke werkwoorden schrijf je ge + ik-vorm + d/t.
werkwoord | ik-vorm | hij-vorm | verleden tijd | voltooid deelwoord |
werken | werk | werkt | werkte | gewerkt |
reizen | reis | reist | reisde | gereisd |
beloven | beloof | belooft | beloofde | beloofd |
Stam + t
Veel mensen hebben op school voor de spelling van de hij-vorm de regel stam + t geleerd. Maar eigenlijk klopt dat dus niet: het is ik-vorm + t. Dat is volgens mij ook een stuk duidelijker: wat de ik-vorm van een werkwoord is, kunnen de meeste mensen makkelijk bedenken. Het begrip stam is een stuk onbekender.
Spelling voltooid deelwoord
Duidelijk onderscheid tussen de begrippen stam en ik-vorm heeft nog een groot voordeel: voor de spelling van het voltooid deelwoord moet je namelijk wél de echte stam gebruiken (de beruchte kofschip-regel). Het is eigenlijk vreemd dat daarmee dan opeens iets anders bedoeld wordt. Niet zo gek dat mensen in de war raken. Nergens voor nodig als we kinderen (en volwassenen) het verschil leren.
Meer weten?
Wil je meer leren over werkwoordspelling? Volg dan de online training Werkwoordspelling.