De afgelopen periode zag ik op sociale media vaak oproepen als: ‘Ben sociaal, blijf thuis!’ voorbijkomen. Heel logisch, maar eigenlijk is de gebiedende wijs van zijn niet ben maar wees. Hoe zit dat?
Bij vrijwel alle werkwoorden is de gebiedende wijs gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord: Kom binnen, Doe voorzichtig, Luister! Bij het werkwoord zijn verwacht je dus ben. Maar met zijn is iets bijzonders aan de hand. Dat heeft te maken met de herkomst van het woord.
Drie werkwoorden
Het werkwoord zijn heeft een ingewikkelde ontstaansgeschiedenis. Het gaat terug op maar liefst drie verschillende werkwoorden. Dan moet je wel ver terug in de tijd overigens. Het Nederlands is (via veel tussenfasen) ontstaan uit het Proto-Indo-Europees. Daarin zijn drie ‘wortels’ (basisvormen) die de basis zijn van ons huidige werkwoord zijn: *es- (‘zijn, bestaan’), *bhue- (‘ontstaan, groeien’) en *ues- (‘(ver)blijven’). Uit die eerste wortel komen vormen als is en zijn, uit de tweede ben en bent en uit de derde alle vormen met een w, zoals was, wezen en geweest. Ook de gebiedende wijs komt dus van die laatste wortel, vandaar dat we zeggen ‘Wees sociaal’ en niet ‘Ben sociaal’.
Steeds regelmatiger
Taal verandert. Dat is een natuurlijk proces, waar je weinig tegen kunt doen (als je dat al zou willen). Wie twijfelt of er altijd taalverandering is geweest, moet dit filmpje maar eens kijken over het Nederlands van 1000 jaar geleden. In de loop der jaren zijn veel grammaticale elementen verdwenen die hun nut hadden verloren, of die te lastig bleken om te leren. Denk bijvoorbeeld aan de naamvallen. Ook nu nog zijn er veranderingen gaande, bijvoorbeeld in het gebruik van de verwijswoorden dat en wat. Het kan best dat ben / wees er ook zo een is. ‘Ben sociaal’ is immers regelmatiger dan ‘Wees sociaal’; het is dus niet zo gek dat veel mensen die vorm gebruiken.
Meer weten?
Wil je meer weten over grammatica? Boek dan een Opfristraining grammatica en leestekens.