Bij samentrekkingen op woordgroepniveau laat je een woord weg dat je anders twee keer vlak achter elkaar zou herhalen. Je zegt en schrijft eerder In het centrum van Rotterdam staan hoge en lage gebouwen dan In het centrum van Rotterdam staan hoge gebouwen en lage gebouwen. Je laat hier een deel van een woordgroep weg. Het is ook mogelijk om samentrekkingen te maken op zinsniveau en op woordniveau.
Regels voor samentrekking
Om een correcte samentrekking te maken moet wat je weglaat twee keer dezelfde vorm en betekenis hebben. Hoge en lage gebouwen is dus correct, maar drie grote en één kleine ijsje niet. Ook moet het samengetrokken deel direct voor of achter het voegwoord of voorzetsel staan.
- Ons kantoor is goed bereikbaar met de fiets en (met) (de) auto. (Je kunt wel alleen met weglaten, maar niet alleen de.)
Let erop dat je geen streepje zet op de plaats waar je iets weglaat. Dat doe je alleen bij samentrekkingen op woordniveau, als je een deel van een woord weglaat, bijvoorbeeld in binnen- en buitenland.
Wat kun je weglaten?
Er zijn heel veel verschillende mogelijkheden voor samentrekking op woordgroepniveau. Je kunt bijvoorbeeld het zelfstandig naamwoord weglaten: rode en gele bloemen, maar ook het bijvoeglijk naamwoord: rode jassen en truien. Ook samentrekkingen als voor in plaats van achter de bank komen voor, al zijn ze zeldzamer. Belangrijk is altijd dat je lezer nog steeds goed begrijpt wat je bedoelt.
Combinatie met woordniveau
In sommige gevallen lopen samentrekkingen op woord- en op woordgroepniveau door elkaar. Denk aan combinaties als basis- en voortgezet onderwijs of hoofd- en kleine letters. Er is geen bezwaar tegen deze samentrekkingen, zolang de genoemde woorden wat betekenis betreft maar dicht bij elkaar liggen. Je zet hierin een streepje als je een deel van een woord weglaat. Laat je een heel woord weg, dan schrijf je geen streepje.
Onduidelijkheid
In sommige gevallen kan een samentrekking tot onduidelijkheid leiden. In een frase als de auto van Simon en Stephanie om één of twee auto’s? Als in de context verwarring kan ontstaan kun je in het tweede geval beter een verwijswoord toevoegen: de auto van Simon en die van Stephanie.