Het werkwoord kunnen heeft twee varianten bij de jij-vorm: je kunt en je kan. Beide vormen zijn dus juist, maar er is wel een verschil in gebruik.
Spreektaal en schrijftaal
De keuze tussen je kunt en je kan heeft vooral te maken met spreektaal en schrijftaal. In spreektaal komt je kan meer voor, in schrijftaal is je kunt gewoner. Mensen denken weleens dat je kan een nieuwe vorm is, maar dat valt nogal mee. De vorm bestaat al zeker driehonderd jaar. Wel is je kan wat informeler dan je kunt.
- Dit kun je doen tegen migraine.
- Je kunt de aflevering online terugkijken.
- Wij zorgen ervoor dat jij je op de belangrijkste zaken kunt concentreren.
- Je kan je weer inschrijven voor de Avondvierdaagse!
- Check hier of je je abonnement al kan verlengen.
Algemene verwijzing
Vaak wordt je ook gebruikt als algemene verwijzing; het is dan een modernere variant van men. In dit gebruik is kan veel gewoner dan als je specifiek naar één persoon verwijst.
- Je kan weer met de nachttrein naar Wenen.
- Op deze site kan je van alles opzoeken.
U kan en u kunt
Ook in de u-vorm zijn er twee varianten: u kan en u kunt. Hiervoor geldt hetzelfde advies als bij de jij-vorm: u kunt is formeler dan u kan. Omdat u van zichzelf al behoorlijk formeel is, heb ik zelf hier een sterkere voorkeur voor u kunt. Maar u kan is dus zeker niet fout.
Meer weten
Zulke woordkwesties komen vooral aan bod in een Individuele schrijfcoaching.