Als je een woord of woorddeel twee keer vlak achter elkaar herhaalt, kun je het vaak (minimaal) één keer weglaten. Dat heet een samentrekking. Samentrekkingen komen voor op woordniveau, woordgroepniveau en zinsniveau. Een voorbeeld van samentrekking op woordniveau is dames- en herenkleding. Deze samentrekkingen kun je op twee manieren maken en met verschillende soorten woorden. Er zijn wel enkele regels waar je samentrekking aan moet voldoen.
Twee manieren
Er zijn twee manieren om samentrekkingen te maken: je kunt ofwel het laatste deel van het eerste woord weglaten (ook wel achterwaartse samentrekking genoemd) ofwel het eerste deel van het laatste woord (dat heet voorwaartse samentrekking). Voorwaartse samentrekkingen komen niet zo veel voor. Enkele voorbeelden:
- in- en verkoop (achterwaartse samentrekking)
- wijn-, thee- en limonadeglazen (achterwaartse samentrekking)
- fotolijsten en -boeken (voorwaartse samentrekking)
Regels voor samentrekking
Om een goede samentrekking op woordniveau te maken, moet je je aan enkele grammaticale regels houden. Wat je weglaat moet in beide delen dezelfde vorm en betekenis hebben. Niet juist zijn bijvoorbeeld in- en uitverkocht (ingekocht en uitverkocht) en straat- en linkerarm (straatarm en linkerarm). Ook moet wat je weglaat een zelfstandige betekenis hebben. Dat betekent dat je voor- en achtervoegsels (zoals -tje en be-) moeilijk weg kunt laten. In spreektaal kun je hier soms wel van afwijken, maar in schrijftaal is het niet verstandig.
Samenstellingen
Omdat het samengetrokken deel een zelfstandige betekenis moet hebben, komen samentrekkingen op woordniveau vooral voor bij samenstellingen (combinaties van twee of meer zelfstandige woorden). Er zijn dan heel veel mogelijkheden. Enkele voorbeelden:
- vijf- en zeshoeken
- lees- en luisterboeken
- kort- en langharige katten
- drie- tot vierduizend bezoekers
- aan- en uitzetten
Afleidingen
Bij afleidingen (woorden die een voor- of achtervoegsel bevatten) komen samentrekkingen veel minder voor dan bij samenstellingen. Vooral bij de achtervoegsels -achtig, -baar, -heid, -ling, -schap, -waarts en -zaam is samentrekking wel mogelijk. Enkele voorbeelden:
- oost- of westwaarts
- drie- en vierlingen
- kat- en mensachtigen
Streepje
Tot slot nog iets over de spelling van samentrekkingen. Op de plaats waar je een deel van een woord weglaat, schrijf je een streepje. Dat streepje komt direct aan het deel dat je wél schrijft vast; er staat dus geen spatie tussen. Als je drie woorden combineert, komt er bovendien een komma na het eerste deel: wijn-, thee- en limonadeglazen.