In boeken over schrijven staan vaak tips als: ‘maak zinnen niet te lang’ of (positief geformuleerd): ‘hou je zinnen kort’. Ook bij tips voor SEO-schrijven staat vaak dat je lange zinnen moet vermijden. De achterliggende gedachte is dat lange zinnen moeilijker te lezen zijn. Maar dat is alleen waar als de constructie van de zin ingewikkeld is. Zolang de zin overzichtelijk opgebouwd is, is er geen bezwaar tegen lange zinnen. Een afwisseling van lange en korte zinnen zorgt vaak juist voor een prettig ritme in je tekst.
Romp-, hoofd- en bijzinnen
We beginnen met een simpele zin: De secretaresse heeft het doorgegeven. Dat vetgedrukte het is het lijdend voorwerp van de zin. Dat kan ook uitgebreid worden: De secretaresse heeft doorgegeven dat de training in zaal 12B wordt gehouden. Het eerste deel van deze zin heet een rompzin, het tweede een bijzin. Een bijzin kan ook gecombineerd worden met een volledige zin, die dan hoofdzin wordt genoemd: Wij gaan vandaag naar Zandvoort, waar het wel druk zal zijn.
Al deze zinnen leveren geen enkel probleem op met begrijpelijkheid. Dat komt pas als je meerdere bijzinnen toevoegt: De secretaresse heeft doorgegeven dat de training in zaal 12B wordt gehouden, maar die reservering is niet juist in het systeem doorgevoerd, waardoor de zaal alsnog bezet was door een andere groep. Hoewel deze zin niet per se moeilijk is, zou je hem toch best kunnen opsplitsen. Maar hoe doe je dat op een goede manier?
Willekeurige punt
Met name studenten zie ik vaak vrij willekeurig een komma in een punt veranderen: De secretaresse heeft doorgegeven dat de training in zaal 12B wordt gehouden, maar die reservering is niet juist in het systeem doorgevoerd. Waardoor de zaal alsnog bezet was door een andere groep. Er staan nu twee kortere zinnen, maar de tweede ervan is grammaticaal niet juist. Dat komt doordat hoofd- en bijzinnen een andere woordvolgorde hebben. Als je dus van een bijzin een hoofdzin wilt maken, moet je ook de woordvolgorde aanpassen: Hierdoor was de zaal alsnog bezet door een andere groep.
Verwijswoorden
Als je een lange zin wilt opsplitsen kan het vaak ook verstandig, of zelfs noodzakelijk, zijn om gebruik te maken van verwijs- en signaalwoorden:
In november heeft de minister overleg gehad met de partijen die betrokken zijn bij het plaatsen van jeugdigen in een locatie voor gesloten jeugdhulp zonder rechtelijke machtiging, waarbij bleek dat de instellingen op verschillende manieren omgaan met het plaatsen van jeugdigen zonder een rechtelijke machtiging in een locatie voor gesloten jeugdhulp en dat zij onderling verschilden van inzicht over hoe in de praktijk vervolgens verantwoorde jeugdhulp kan worden verleend.
Dit kan een stuk korter en overzichtelijker:
In november heeft de minister overleg gehad met de partijen die betrokken zijn het plaatsen van jeugdigen in een locatie voor gesloten jeugdhulp zonder rechtelijke machtiging. Daarbij bleek dat deze hier op verschillende manieren mee omgaan. Bovendien verschillen de partijen onderling van inzicht over hoe in de praktijk vervolgens verantwoorde jeugdhulp kan worden verleend.
Het opsplitsen van zinnen levert een grote verbetering op: de tekst is zo veel begrijpelijker.
Tips
Wil je een lange zin korter maken, let dan op de volgende zaken:
- Is het echt nodig? Een zin hoeft alleen korter als de tekst daardoor begrijpelijker wordt.
- Zet niet willekeurig een punt, maar let op de woordvolgorde in je nieuwe zinnen.
- Gebruik verwijs- en signaalwoorden om de verbanden tussen de zinnen duidelijk te maken.
Meer weten?
Wil je meer leren over het formuleren van overzichtelijke zinnen? Volg dan een van mijn schrijftrainingen.
(Deze blog is geïnspireerd door Schrijven met effect. Stijlcursus doeltreffend formuleren van Mariët Hermans)