Er bestaan verschillende soorten zinnen. Eén onderscheid dat je daarbij kunt maken, is dat tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen. Het is goed om het verschil daartussen te weten, omdat dat je kan helpen beter te schrijven.
Enkelvoudige zinnen
Enkelvoudige zinnen zijn vaak vrij korte zinnen, waarin je één mededeling doet. Ze hebben één persoonsvorm, en daarnaast eventueel nog andere werkwoorden. Voorbeelden van enkelvoudige zinnen zijn:
- Hierbij ontvangt u de factuur voor uw bestelling.
- Wij hebben gisteren een nieuwe computer gekocht.
- Deze plant moet je twee keer per week water geven.
Elk van deze zinnen heeft een persoonsvorm (ontvangt, hebben en moet). In de eerste zin staat geen ander werkwoord, in de andere twee zinnen wel (het voltooid deelwoord gekocht en de infinitief geven). Inhoudelijk bevat elke zin een eenvoudige boodschap.
Samengestelde zinnen
Het is ook goed mogelijk om twee (of meer) zinnen aan elkaar te koppelen; dat levert een samengestelde zin op. Je kunt dat op twee manieren doen: door nevenschikking of door onderschikking.
Nevenschikking wil zeggen dat de zinnen gelijkwaardig aan elkaar zijn; je verbindt dan twee hoofdzinnen aan elkaar. Dat doe je met een van de voegwoorden en, of, maar, want of dus of met een puntkomma.
- Hierbij ontvangt u de factuur voor uw bestelling; de verzendgegevens sturen wij u apart toe.
- Wij hebben gisteren een nieuwe computer gekocht want de oude was kapot.
- Deze plant moet je twee keer per week water geven, maar geef hem niet te veel.
Bij onderschikking verbind je een hoofd- en een bijzin aan elkaar. In de bijzin geef je extra informatie over (een deel van) de hoofdzin. Bijzinnen beginnen vaak met een voegwoord zoals omdat, terwijl, hoewel, zodat of met een voornaamwoord als die, dat of wat. De woordvolgorde in bijzinnen is heel anders dan in hoofdzinnen.
- Hierbij ontvang u de factuur voor uw bestelling, die u binnen veertien dagen moet betalen.
- Wij hebben gisteren een nieuwe computer gekocht, omdat de oude kapot was.
- Deze plant moet je twee keer per week water geven, hoewel hij ook weer niet té veel water moet krijgen.
Zinnen splitsen
Veel mensen vinden het lastig om te bepalen waar je een punt kunt of moet zetten. Probeer daarbij eens te bepalen of je een samengestelde zin hebt geschreven en zo ja, welk type. Horen de delen van een samengestelde zin wel echt bij elkaar? Soms kan er beter een punt staan.
Bestaat je zin uit een hoofd- en een bijzin, dan kun je niet zomaar een punt zetten, maar moet je de bijzin ook herschrijven.
Meer weten?
In de Opfristraining grammatica en leestekens besteed ik aandacht aan enkelvoudige en samengestelde zinnen.