Schrijf actief! is een van de meestgebruikte schrijfadviezen. En terecht: in veel rapporten en beleidsteksten staan veel te veel passieve zinnen. Maar wat is een passieve zin eigenlijk?
Wat is een passieve zin?
Er zijn verschillende manieren om een zin te formuleren, en een van de keuzes die je daarbij kunt maken is tussen actief (ook wel: bedrijvend) en passief (ook wel: lijdend). Vergelijk onderstaande zinnen met elkaar:
- Volgende week staken bijna alle leerkrachten.
- Volgende week wordt er door bijna alle leerkrachten gestaakt.
Zin 1 is een actieve zin. De nadruk ligt hier op de handeling van het staken. Zin 2 is een passieve zin. De nadruk ligt daarin meer op het resultaat.
Een belangrijk verschil tussen actieve en passieve zinnen heeft te maken met het onderwerp. In een actieve zin is de handelende persoon of instantie het grammaticale onderwerp van de zin. In zin 1 hierboven is het onderwerp bijna alle leerkrachten. In zin 2 is dat niet meer het onderwerp, maar een ‘handelend voorwerp’ of ‘door-bepaling’. Het onderwerp is het woordje er. Zo’n door-bepaling kan je heel makkelijk weglaten. ‘Volgende week wordt er gestaakt’ is een correcte zin, maar hij geeft niet zo veel informatie. Je weet niet wie er gaat staken.
Hoe herken je een passieve zin?
Passieve zinnen zijn op twee manieren te herkennen: ze bevatten vaak het hulpwerkwoord worden, en ze hebben zo’n door-bepaling, of je kunt die in gedachten makkelijk toevoegen. Kijk maar naar onderstaande zinnen:
- Naar welke gegevens wordt bij de aanvraag gekeken?
- De premie wordt elke maand op de 22ste geïncasseerd.
- Wintersporters worden dit jaar erg teleurgesteld door het gebrek aan sneeuw.
Een passieve zin kan ook het hulpwerkwoord zijn bevatten. De zin gaat dan over het verleden.
- Naar welke gegevens is bij de aanvraag gekeken?
- De premie is elke maand op de 22ste geïncasseerd.
- Wintersporters zijn dit jaar erg teleurgesteld door het gebrek aan sneeuw.
Hoe herschrijf je een passieve zin?
Teksten met veel passieve zinnen, zijn over het algemeen niet erg aantrekkelijk om te lezen. Daarom is het beter om ze te vermijden of herschrijven, als je na de eerste versie ziet dat er toch veel in je tekst staan. Het is vaak handig om te beginnen met opzoeken wie of wat het handelend voorwerp in de zin is – de door-bepaling dus. Als die niet in de zin staat, kun je soms op basis van de rest van de tekst, of je kennis van het onderwerp toch bedenken wie of wat dat is. Vervolgens moet je bedenken of dat onderwerp ook de handeling van het werkwoord kan uitvoeren – soms is het nodig om een synoniem te bedenken. En soms kun je beter kiezen voor een heel andere formulering. Voorbeelden van bovenstaande drie zinnen:
- Naar welke gegevens kijken wij bij de aanvraag? Welke gegevens zijn van belang bij de aanvraag?
- Wij incasseren de premie elke maand op de 22ste. De incassodatum voor de premie is de 22ste.
- Het gebrek aan sneeuw zorgt dit jaar voor veel teleurstelling bij wintersporters. Grote teleurstelling bij wintersporters: er is dit jaar weinig sneeuw.
Meer weten?
Lees ook mijn andere tips over waarom je het passief beter kunt vermijden en in welke gevallen je wél een passief kunt gebruiken. Of boek een training Efficiënt schrijven; daarin gaat het onder andere over actief schrijven.