Ik heb het al vaker over passieve zinnen gehad. Bijvoorbeeld in dit advies over het herkennen van het passief, en dit advies over waarom je het beter niet kunt gebruiken. Maar er kunnen ook goede redenen zijn om wél voor een passieve zin te kiezen. In deze tip lees je wanneer je wel een passief gebruikt.
Handelende persoon
De belangrijkste reden om het passief niet te gebruiken, kan ook een belangrijke reden zijn om dat juist wel te doen. Bij de passief is niet of minder duidelijk wie of wat de handeling uitvoert. En dat kan heel wenselijk zijn, bijvoorbeeld in de volgende situaties.
- De handelende persoon of instantie is niet bekend of niet belangrijk. In een zin als ‘De laptops worden volgende week vervangen’, is het niet zo belangrijk wie die laptops komt vervangen. De lezer moet vooral weten dat dit gaat gebeuren. Dat kan prima met deze passieve zin.
- Je wilt de handelende persoon of instantie niet noemen – vaak uit tactische overwegingen. Soms is het niet handig om precies te zeggen wie ergens voor verantwoordelijk is. Dan kun je prima een passieve zin gebruiken. Dat gebeurt veel in ambtelijke stukken en in beleidsnota’s. Dit voorbeeld komt uit een memorie van toelichting: “Daarnaast moet de regeling waarborgen dat de belangen van burgers en bedrijven zorgvuldig worden afgewogen wanneer de overheid haar instrumenten gebruikt, en dat hun adequate rechtsbescherming wordt geboden.” Wie de afweging maakt en de burgers beschermt, blijft onduidelijk.
Nadruk op resultaat
Een andere reden om passieve zinnen te gebruiken, is dat de nadruk vooral op het wat of wanneer ligt: ‘Voor de bouw moet bodemonderzoek worden uitgevoerd.’ Ook hier is het niet zo belangrijk wíé het precies doet.
Niet te vaak
Hoewel je in sommige gevallen dus prima een passieve zin kunt gebruiken, blijft het advies om dat niet te vaak te doen. Vaak kun je de constructie heel goed omzeilen door een ander werkwoord te kiezen.
Meer weten?
In de training Efficiënt schrijven gaat het onder andere over actief schrijven.