Gebruik werkwoorden actief. Het lijkt misschien of ik daarmee een open deur intrap, maar in de praktijk zie ik het toch vaak anders. Veel schrijvers gebruiken werkwoorden helemaal niet zo actief. Wat bedoel ik dan precies met deze tip? En hoe kun je dit doen?
Vergelijk onderstaande zinnen met elkaar:
- Het hardhandig duwen door beschuldigde van een tegenspeler wordt door de scheidsrechter als overtreding van spelregel 12 beoordeeld.
- Beschuldigde heeft een tegenspeler hardhandig geduwd, wat door de scheidsrechter als overtreding van spelregel 12 wordt beoordeeld.
- Beschuldigde heeft een tegenspeler hardhandig geduwd. De scheidsrechter beoordeelt dit als overtreding van spelregel 12.
Zin 1 is moeilijk en afstandelijk geformuleerd. Dat heeft twee oorzaken: duwen is hier niet als werkwoord gebruikt, en het tweede deel van de zin is passief geformuleerd. Dat eerste probleem is in zin 2 opgelost, maar het tweede nog niet. In zin 3 zijn beide problemen aangepakt. Bovendien is de zin daar opgesplitst in twee losse zinnen, wat de zin ook duidelijker maakt.
Wat is naamwoordstijl?
Dat gebruik van het duwen in plaats van duwen noemen we naamwoordstijl: van een werkwoord maak je een zelfstandig naamwoord. Dat kan je op verschillende manieren doen: door het lidwoord het te gebruiken of door een afleiding met de uitgang -ing of -atie te maken (denk daarbij aan worden als redenering en motivatie). Zeker dat laatste is niet altijd erg; redenering en motivatie zijn natuurlijk heel gewone woorden. Maar vaak vul je ze aan met een vrij nietszeggend werkwoord, en daar wordt je tekst minder krachtig van. Vergelijk onderstaande zinnen:
- ‘Met dit geld kunnen we kinderen uit arme gezinnen een extraatje geven’, geeft hij als motivatie voor zijn aanvraag.
- ‘Met dit geld kunnen we kinderen uit arme gezinnen een extraatje geven’, motiveert hij zijn aanvraag.
Handelende persoon
Maar eigenlijk vind ik een ander probleem belangrijker. In zinnen met naamwoordstijl staat vaak ook een passieve constructie, zoals in zin 1 hierboven. Die combinatie levert vaak saaie en lastig leesbare zinnen op, zeker als de handelende persoon niet genoemd wordt. De volgende variant is grammaticaal ook correct, maar nog minder prettig om te lezen: ‘Het hardhandig duwen van een tegenspeler wordt als overtreding van spelregel 12 beoordeeld.’ Nu blijft helemaal onduidelijk over wie de zin gaat. Je kunt je misschien voorstellen dat een tekst met veel van dit soort zinnen niet erg makkelijk is om te lezen.
Gebruik werkwoorden actief
Goed, je kunt die naamwoordstijl dus meestal beter vermijden, zeker als je die combineert met een passieve constructie. Maar hoe doe je dat? Daarbij zijn twee dingen belangrijk: bepaal wat de belangrijkste handeling in de zin is en wie die uitvoert of er verantwoordelijk voor is. Het kan nodig zijn om te zoeken naar synoniemen. Enkele voorbeelden:
- Bij de behandeling van dit voorstel werd veel aandacht besteed aan de exacte invulling van de criteria.
- Toen de gemeenteraad het voorstel besprak, was er veel aandacht voor de criteria waaraan het moet voldoen.
Meer weten?
Actief en lezergericht formuleren komt in alle schrijftrainingen aan bod.